Posttraumatische dystrofie (PD) is een ziektebeeld dat kan ontstaan na een operatie of letsel aan een van de ledematen of andere gewrichten. De belangrijkste klacht is pijn, waarvan de ernst meestal niet past bij de ernst van het letsel of de operatie. Vaak is er sprake van posttraumatische dystrofie aan een arm of been of een onderdeel daarvan (ook andere lokaties worden genoemd). Het aangedane gebied is abnormaal van kleur (meestal roodblauwe verkleuring). Ook kan er sprake zijn van een zwelling en een verhoogde of juist verlaagde temperatuur. De pijn wordt erger bij aanraking of beweging. Dystrofie kan leiden tot ernstig functieverlies door verzwakking van spieren en andere weefsels. Als dystrofie snel wordt ontdekt, kan het genezen zonder restverschijnselen. Posttraumatische dystrofie kan echter ook chronisch zijn. In Nederland lijden naar schatting 20.000 mensen aan de chronische vorm van posttraumatische dystrofie. Het ziektebeeld wordt bij één op de 2000 mensen per jaar aangetroffen, hetgeen overeenkomt met 7500 gevallen per jaar in Nederland. De aandoening is niet aan leeftijd gebonden, maar komt vaker voor bij mensen tussen de 45 en 60 jaar. Over het algemeen hebben vrouwen iets meer kans om het te krijgen, hoewel dit ter discussie staat. De naam (posttraumatische) dystrofie is slechts een van de gebruikte namen voor dit ziektebeeld. De naam dystrofie is afgeleid van het Griekse ‘dystrophia’ (voedingsstoornis) en verwijst naar het verval van weefsels als gevolg van een slechte “voeding”. Andere benamingen die worden gebruikt zijn Complex Regionaal Pijnsyndroom (CRPS), Sudeckse-dystrofie (of -atrofie), Sudeckse-syndroom of algo(neuro)dystrofie, sympathische reflexdystrofie, reflectoir-sympathische dystrofie (RSD) en schouder-handsyndroom. De gangbare Amerikaanse benaming is Reflex Sympathetic Dystrophy (RSD).
Deze symptomen verergeren na inspanning waarbij na hele korte tijd al een verheviging van bovenstaande reacties kan optreden. De pijn kan extreme vormen aannemen. Bij ongeveer 5% is er sprake van een zogenaamde koude dystrofie en is het lidmaat koud en blauw.
Over de oorzaak van dystrofie bestaat nog geen duidelijkheid. Er bestaan verschillende theorieën, waarvan de belangrijkste 2 hier worden vermeld:
Voor de diagnose van PD zijn artsen nog steeds aangewezen op het klinisch waarnemen van de symptomen zoals zwelling, verkleuring, temperatuurverschil ten opzichte van het andere lidmaat, pijn en functiebeperking en toename van de symptomen na belasting en oefeningen. Het verhaal van de patiënt over zijn pijn en beperkingen en de verdere anamnese zijn, samen met de symptomen, van belang om tot de diagnose van PD te komen. Röntgenfoto’s of een botscan geven onvoldoende diagnostische waarde om PD vast te stellen. Er is nog geen ander specifiek onderzoek, zoals bloedonderzoek of ander laboratoriumonderzoek, om PD aan te tonen.
Van echt groot belang is dat PD in een vroeg stadium wordt vastgesteld en dat direct met de behandeling wordt begonnen. Hierdoor wordt verdere aantasting van weefsels mogelijk een halt toegeroepen en wordt de schade door PD beperkt. Het is een positief gegeven dat het merendeel van de patiënten dat PD krijgt, binnen enkele weken of maanden goed geneest met weinig of geen restverschijnselen. Naarmate de behandeling langer op zich laat wachten en naarmate de behandeling niet goed aanslaat, wordt volledige genezing moeilijker te realiseren.
Helaas is er echter nog geen behandeling waarbij alle patiënten baat hebben. In overleg tussen arts en patiënt zal gekozen worden voor een specifieke behandeling. Op grond van een consensus meeting is door een groot aantal medisch specialisten en andere behandelaars die zeer veel ervaring hebben met behandeling en onderzoek van posttraumatische dystrofie, een behandelingsprotocol geformuleerd. Hieronder staat een korte versie met wat soms wat meer achtergrondinformatie voor de patiënt.
In de acute fase van PD bestaat de behandeling uit:
Bestrijding van hyperesthesie (overgevoeligheid voor prikkels). Dit wordt wel bestreden met anti-depressiva of anti-epileptica, omdat deze medicijnen inwerken op pijn.
Een minderheid van de PD patiënten heeft te maken met blijvende ernstige handicap of beperkingen, chronische pijn en weinig energie. Deze patiënten moeten veelal hun leven opnieuw richting geven.
In de chronische fase worden ondermeer de volgende behandelingen toegepast:
Fysiotherapie wordt gegeven om herstel van vaardigheden te krijgen en een vermindering van pijn te bewerkstelligen. Bij fysiotherapie wordt met behulp van verschillende technieken geoefend om tot verbetering van bewegen te komen. Ook worden massagetherapie of andere technieken om de pijn te verminderen, toegepast. Diverse hulpmiddelen kunnen hierbij uitkomst bieden. De fysiotherapie kent ook programma’s om de pijn te bestrijden en het gevoel te verbeteren. Posttraumatische dystrofie is erg onvoorspelbaar en kan een grote, vooral negatieve, invloed op patiënten en hun omgeving hebben. Dit kan gepaard gaan met onbegrip, verdriet of boosheid. Soms moeten er aanpassingen in huis komen of op het werk. Het kan zijn dat begeleiding van de patiënt en partner/gezin gewenst is. Omgaan met pijn of een handicap kan de één gemakkelijker afgaan dan de ander. Niemand is hetzelfde. Als genezing (voorlopig) uitblijft is het van belang dat de ziekte wordt geaccepteerd en dat een weg wordt gevonden om ermee om te gaan.
Door het vele onbegrip rond het ziektebeeld PD dient de patiënt en zijn omgeving uitvoerig ingelicht te worden over de aard van de klachten en beperkingen.
Het is voor patiënten soms zeer teleurstellend dat alle behandelingen die ze hebben gevolgd geen goed resultaat hebben gegeven. Het is uitermate moeilijk te accepteren dat er in hun situatie maar geen verbetering komt. Voor de partner, kinderen, familie en vrienden of werkgever is het soms niet te begrijpen dat de patiënt maar niet beter wordt terwijl er zoveel behandelingen worden gegeven. Nog moeilijker wordt het als men anderen kent die wel van hun PD zijn afgekomen. Niemand mag er echter aan twijfelen dat behandelingen voor PD soms niet aanslaan en dat die patiënten zich niet aanstellen, maar werkelijk met heel veel pijn en beperkingen hun leven moeten leven. Dat is geen gemakkelijke opgave en begrip hiervoor is alleszins op hun plaats. Door de onoplosbaarheid van het ziektebeeld kunnen problemen ontstaan rondom de handicap, het sociaal functioneren, het werk of de relatie. Ook hierbij kan begeleiding en hulp nodig zijn om de omstandigheden zo goed mogelijk te maken.
Bron:
Nederlandse Vereniging van Posttraumatische Dystrofie Patiënten
Gezondheidswijzer
Wilt u meer weten over hoe fysiotherapie kan helpen bij posttraumatische dystrofie?
Behandeling veel voorkomende aandoeningen | Privacy policy | Afspraak maken
© Fysiotherapie Spijkenisse - Fotografie: Romy Koppers