BPPD is één van de belangrijkste veroorzakers van draaiduizeligheid en één van de best behandelbare vormen. Vaak is één behandeling al voldoende!
Laten we voorop stellen dat BPPD weliswaar zeer vervelend en invaliderend is voor het dagelijks leven, tegelijkertijd is het ook ongevaarlijk. Draaiduizeligheid door BPPD wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van ‘kristallen’ in een deel van het binnenoor waar zij zich niet horen te bevinden, namelijk in de semicirculaire kanalen. Normaal worden de sensoren in deze kanalen alleen geprikkeld door het verplaatsen van vloeistof in de kanalen van het binnenoor, door de beweging van het hoofd. De verplaatsing van de vloeistof zorgt ervoor dat de extra kristallen ook in beweging komen en de sensoren worden daardoor nogmaals geprikkeld. De verschijnselen treden altijd op na het bewegen van het hoofd en meestal is er een kort tijdsmoment tussen het maken van de beweging en het optreden van onderstaande verschijnselen.
De behandeling bestaat uit het verplaatsen van de ‘kristallen’ naar een minder gevoelige locatie. Een manier om dit te doen is met behulp van de Epley of Lempert manoeuvre. Door het analyseren van de onwillekeurige oogbeweging bij de Hallpike test, weten we welke manoeuvre we moeten maken om de kristallen te verplaatsen naar een plek waar ze niet langer de sensoren prikkelen. De patiënt voelt meestal direct verlichting en de draaiduizeligheid is verdwenen.
Als deze methode bij u niet voldoende werkt kunnen we overgaan op het geven van de zgn. Brandt-Daroff thuisoefeningen. Dit zijn gewennings-oefeningen voor het evenwichtssysteem en het duurt een aantal dagen tot weken voordat het werkt. Vandaar dat het niet onze voorkeur heeft. De gedachte achter deze oefeningen is gelegen in het feit dat het evenwicht zich aan kan passen aan de veranderde sensorische informatie vanuit het binnenoor. Door het binnenoor steeds weer te prikkelen, wennen we aan deze informatie.
Behandeling veel voorkomende aandoeningen | Privacy policy | Afspraak maken
© Fysiotherapie Spijkenisse - Fotografie: Romy Koppers